Verordening (EG) nr. 116/2009

Met het wegvallen van de Europese binnengrenzen in 1993 ontstond er vrij verkeer van goederen tussen de lidstaten van de Europese Unie. Omdat veel lidstaten bevreesd waren voor verlies van het nationale cultuurbezit, kwam regelgeving tot stand voor bescherming van het nationale erfgoed, zowel binnen de EU als voor cultuurgoederen die de buitengrenzen van de EU passeren.

Voor de bescherming aan de buitengrenzen van de EU is voorzien in Verordening nr. 116/2009 die  de eenvormige controle op de uitvoer van cultuurgoederen regelt. Doel is om de bescherming van cultuurgoederen te waarborgen bij uitvoer uit de EU; het gaat dan om voorwerpen van nationaal artistiek, historisch of archeologisch bezit. In Nederland is de bescherming van deze voorwerpen geregeld in de Erfgoedwet.

Om hierop te controleren is een vergunningstelsel van kracht. Dit vergunningstelsel is voor alle EU lidstaten hetzelfde. Voor voorwerpen boven een bepaalde waarde en ouderdom die tijdelijk of definitief buiten de Europese Unie (EU) worden uitgevoerd, is een uitvoervergunning nodig. In bijlage I van de Verordening zijn de cultuurgoederen opgedeeld in 15 categorieën; voor iedere categorie is een bepaalde waarde en ouderdomsdrempel  vastgesteld. Indien een voorwerp niet voldoet aan een van de waarde- of ouderdomsdrempels, is geen vergunning nodig. Binnen de EU worden drie soorten uitvoervergunningen gehanteerd. Nadere informatie over de soorten vergunningen is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1081/2012.

Verordening nr. 116/2009 is in de Erfgoedwet opgenomen in artikel 4.23.

Verbod

Het is verboden zonder vergunning van de minister van Cultuur of van een andere bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 2, tweede lid van Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (PbEU 2009, L 39), cultuurgoederen die behoren tot een categorie, vermeld in bijlage I van genoemde verordening, uit te voeren buiten de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is  (Artikel 4.23, Erfgoedwet).

Het niet-aanvragen van een vereiste uitvoervergunning wordt gezien als een economisch delict.

Wanneer cultuurgoederen vallen onder het wettelijk beschermde cultureel erfgoed van een lidstaat, kan een uitvoervergunning worden geweigerd. Voor tijdelijke uitvoer van de voorwerpen die zijn opgenomen in het Register (beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen) is toestemming nodig van de minister van OCW.

Toezicht

De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed is aangewezen als de bevoegde autoriteit voor Verordening nr. 116/2009.  De vergunningen moeten worden aangevraagd bij de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer in Groningen (CDIU), die ook de verdere administratieve afhandeling verzorgt. De Inspectie autoriseert de vergunningen. Aan de aanvraag en afgifte van een uitvoervergunning zijn geen kosten verbonden.

Aanvullende regelingen

Richtlijn 2014/60/EU betreffende de teruggave van cultuurgoederen die onrechtmatig het grondgebied van een EU lidstaat hebben verlaten, voorziet samen met Verordening (EG) nr. 116/2009  in bescherming van het Europese roerende culturele erfgoed. Met de Richtlijn wordt het nationale culturele erfgoed binnen de EU beschermd en is het mogelijk om een teruggaveprocedure in te stellen wanneer deze voorwerpen het nationale grondgebied onrechtmatig hebben verlaten. Het gaat dan om voorwerpen die behoren tot het nationale cultuurbezit en onder andere van nationaal artistiek, historisch of archeologisch belang zijn.

In december 2020 wordt een deel van de nieuwe Verordening (EU) 2019/880 van kracht over het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen in de EU. Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel voor artikel 3, eerste lid van de Verordening: een verbod op het binnenbrengen van cultuurgoederen vanuit gebieden buiten het douanegebied van de EU. Het verbod gaat gelden voor  voorwerpen die in strijd met de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land waar de cultuurgoederen zijn ontdekt of vervaardigd, buiten het grondgebied van dat land zijn gebracht. Met deze nieuwe verordening is een sluitend systeem voor controle aan de buitengrens op de invoer en uitvoer van cultuurgoederen in de Europese Unie tot stand gekomen.