Toezicht op de informatiehuishouding versterkt na kabinetsreactie POK

De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed wordt de komende jaren versterkt en uitgebreid.

Dit staat in de kabinetsreactie op het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). De Parlementaire ondervragingscommissie stelde in het verslag dat bij alle ministeries waar de commissie mee te maken had, bleek dat de informatiehuishouding onvoldoende op orde te was.

Er komt daarom een generiek actieplan voor het Rijk en voor alle departementen afzonderlijk. Hiervoor wordt een analyse gemaakt van de huidige stand van de informatiehuishouding. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de rapporten van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed.

Een dementerende overheid 2.0?

De Inspectie publiceert als bijdrage aan die analyse nu "Een dementerende overheid 2.0?"  In deze analyse geeft de Inspectie een stand van zaken sinds het rapport  "Een dementerende overheid?" uit 2005.

De duurzame digitale toegankelijkheid van overheidsinformatie is al 15 jaar moeizaam gebleken. In diverse rapporten constateerde de Inspectie dat het overzicht ontbreekt, en dat de toegankelijkheid, volledigheid en authenticiteit van de overheidsinformatie onder druk staan. Het is vaak onduidelijk welke informatie bewaard wordt, en welke informatie vernietigd wordt. De overheid heeft moeite met het beheren van informatie die wordt verwerkt in nieuwe(-re) technologie. Bovendien is het geregeld onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het beheer van welke informatie.

Decoratieve afbeelding
Afbeelding: Een dementerende overheid 2.0? 15 jaar informatiehuishouding bij het Rijk, Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

De Inspectie ziet daarom in de actuele situatie, ondanks alle gedane inspanningen, nog steeds een toename van de risico’s voor de transparantie en de betrouwbaarheid van de overheid.

In de publicatie geeft de Inspectie haar analyse van wat er aan de hand is, wat het probleem en de oorzaken zijn en wat er moet gebeuren in zes voorstellen. Het sluit af met een reflectie op de rol van het toezicht.