Schatvondsten en eigendom

Wat is nu eigenlijk een schatvondst? En wordt deze automatisch eigendom van de vinder?

Veel mensen kennen de regels over schatvondsten niet. Sommigen houden het daarom geheim als ze iets bijzonders gevonden hebben. Ze zijn bang dat ze het niet mogen houden. Dat is jammer, want daardoor blijft veel informatie over bijzondere archeologische vondsten onbekend bij archeologen en bij het publiek.

Wat veel mensen niet weten is dat lang niet alle archeologische vondsten schatvondsten zijn. Ook niet als ze veel waard zijn.

Schatvondst

Een schatvondst is een waardevol voorwerp dat zo lang verborgen is gebleven dat de eigenaar niet meer achterhaald kan worden. Deze definitie is niet in de Erfgoedwet te vinden, maar staat in het Burgerlijk Wetboek (boek 5, artikel 5:13 lid 2 BW).

Iets is dus pas een schat als het bewust verstopt is en van waarde is. Een voorwerp dat iemand ooit kwijtgeraakt is, of dat na een oorlog of rampspoed ergens is achtergelaten, is dus nooit een schat, ook niet als het nu heel veel waard blijkt te zijn.

Een pot met munten die in een diepe kuil is gestopt, is naar alle waarschijnlijkheid wel een schat. Deze heeft de oorspronkelijke eigenaar waarschijnlijk met opzet verborgen om op een later moment te gebruiken.

Als een vondst niet echt als een schat bestempeld kan worden, dan mag de vinder hem gewoon houden. Als het wel om een schatvondst gaat, dan moet de vinder die vondst voor de helft delen met de eigenaar van de grond waarin de schat gevonden is.

Voor het overige moet de vondst natuurlijk ook gewoon gemeld worden via het ‘vondstmeldingenformulier’ , zodat archeologen beschikken over de informatie over de schatvondst. Zij moeten ook gedurende zes maanden de mogelijkheid krijgen om de vondst gedetailleerd te bestuderen.

Daarna kan de nieuwe eigenaar ermee doen wat hij wil. Zo zou hij een bijzondere vondst in bruikleen kunnen geven aan een museum.