Vernietiging van cultuurgoederen en de vervolging door het Internationaal Strafhof

Op maandag 25 juni heeft mevrouw Eleni Chaitidou, jurist bij het Internationaal Strafhof (ICC)  in Den Haag, een lezing gehouden over de werking van het hof en de strafzaak rond vernietiging van cultuurgoederen in Mali.

Foto van Eleni Chaitidou (ICC), Marjan Hammersma (Secretaris Generaal van het ministerie van OCW) en Arda Scholte (Hoofdinspecteur Inspectie) in een gang voor een raam.
Eleni Chaitidou (ICC), Marjan Hammersma (OCW) en Arda Scholte (Erfgoedinspectie)

Historische uitspraak

Ze was hier op uitnodiging van de Erfgoedinspectie en werd verwelkomd door Marjan Hammersma, de Secretaris Generaal van het ministerie van OCW. In haar lezing ging ze nader in op de Al Mahdi-zaak. Deze leidde tot een historische uitspraak over het vernietigen van mausolea en een 15de eeuwse moskee in de Malinese stad Timboektoe, en is de eerste veroordeling voor culturele misdrijven door het Strafhof. 

Vernietigen cultuurgoederen is een oorlogsmisdaad

Eleni Chaitidou lichtte toe wat het algemene juridische raamwerk van het Internationale Strafhof (ICC) is wanneer zij overgaan tot vervolging. Het Hof moet bevoegd zijn en de zaak moet ontvankelijk zijn. De procedure wordt op gang gebracht door een verwijzing door een staat die partij is, de Veiligheidsraad of de aanklager, of op eigen initiatief. Aan de bovengenoemde voorwaarden voldeed de Al Mahdi-zaak.

Het ICC beroept zich op art. 8 van het statuut van Rome waar het vernielen van historische monumenten is aangemerkt als een oorlogsmisdaad.  Bepalend in de veroordeling was het bewijsmateriaal dat de vernieling aantoonde en de volledige medewerking van de verdachte Al Mahdi die schuld erkende. Dit heeft geleid tot een succesvolle veroordeling. Al Mahdi werd veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf en voor  € 2.7 miljoen aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. 

Nieuwe zaken

Inmiddels loopt er een nieuwe zaak tegen een persoon die ervan wordt verdacht verantwoordelijk te zijn voor de vernietiging van meer dan 22 gebouwen en ook historische manuscripten. Het ICC onderzoekt ook een situatie in Georgië, waar culturele gebouwen tijdens het conflict in 2008 lijken te zijn vernietigd.

Foto van deelnemers aan een lezing van het International Crime Court
Impressie ICC-lezing bij Erfgoedinspectie

In een toelichting op vragen van aanwezigen over de toepassing van het statuut van Rome hoopt het ICC dat veroordelingen effect hebben. Vaak weten daders dat het vernietigen van cultuurgoederen verboden is, maar dat weerhoudt ze niet. Dat blijkt ook uit het feit dat bewijsmateriaal van wat daders hebben gedaan ook op You Tube en Facebook wordt gepost. Onbedoeld werken zij zo mee aan hun eigen veroordeling.

Onder de toehoorders van deze lezing  waren  vertegenwoordigers van Nationale UNESCO Commissie, Blue Shield/Nationaal Archief, Nationale Politie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Financiën/Douane.